Onze rol
De provincie stimuleert en ondersteunt restauratie, herbestemming en verduurzaming van monumenten. Daarnaast treedt de provincie waar mogelijk op als verbinder van erfgoed met gebiedsopgaven.
Als siteholder voor het UNESCO-werelderfgoed de Stelling van Amsterdam coördineert de provincie het behoud en de ontwikkeling van dit werelderfgoed. De provincie is geen eigenaar van dit werelderfgoed, dat zijn anderen waaronder groenbeherende organisaties, gemeenten, waterschappen en soms particulieren.
Samenwerkingspartners
Bij het behouden van genoemd erfgoed werkt de provincie samen met het Rijk, gemeenten, waterschappen, monumentenorganisaties, natuurbeherende organisaties, individuele eigenaren en ontwikkelaars. Wat betreft het UNESCO-werelderfgoed de Stelling van Amsterdam wordt daarbij ook samengewerkt met UNESCO en de provincie Utrecht, omdat een deel van de Stelling van Amsterdam door de provincie Utrecht loopt. Met de projectorganisatie Nieuwe Hollandse Waterlinie (bestaande uit vier provincies) wordt samengewerkt om de Nieuwe Hollandse Waterlinie als uitbreiding op de Stelling van Amsterdam toe te voegen aan het werelderfgoed
Prioriteiten
Ten aanzien van behoud en herbestemming van beschermde monumenten heeft de provincie de volgende prioriteiten:
- restaureren en verduurzaming met focus op religieus en agrarisch erfgoed
- bevorderen van herbestemmen, bijbestemmen en verduurzamen bij leegstand en komende leegstand
Ten aanzien van het UNESCO-werelderfgoed de Stelling van Amsterdam heeft de provincie de volgende prioriteiten:
- behoud van de Uitzonderlijke Universele Waarde (OUV) van dit werelderfgoed
- breed uitdragen en bekendmaken van de (OUV) van dit werelderfgoed.
Omgevingsfactoren
Demografische en economische factoren dragen in grote mate bij aan de kansen van herbestemming. Herbestemmingsopgaven verschillen sterk. Vooral in Noord-Holland Noord zal het niet altijd mogelijk zijn een economisch rendabele bestemming te vinden voor een monument. In de Metropoolregio Amsterdam (MRA) is gezien de economische groei en de aanwezige investeringskracht van de markt meer mogelijk. Dit vraagt om een eigen aanpak, met bijbehorend instrumentarium, dat aansluit op (her)bestemmingsontwikkelingen zelf, maar dat ook bruikbaar is in bredere gebiedsontwikkeling.