Het economisch beleid is verankerd in het Strategisch Beleidskader Economie (2016). De provincie Noord-Holland draagt bij aan de verdere versterking van de economie door ruimte te geven aan vernieuwing, duurzaamheid en ondernemerschap. Het beleid focust daarbij op het vestigingsklimaat als randvoorwaarde voor een florerende economie. Dit staat ten dienste van de Noord-Hollandse maatschappij als geheel. Daarom heeft de provincie nadrukkelijk gekozen voor het bevorderen van welvaart én welzijn als hoofddoel van het economisch beleid. Daarmee wordt een relatie gelegd met de nationale en internationale discussie over het begrip ‘brede welvaart’ (onder andere commissie-Stiglitz (2009) en commissie-Grashoff (2016)). Brede welvaart is meer dan het BBP of het persoonlijk inkomen van burgers. Ook aspecten als gezondheid, geluk, veiligheid, goed onderwijs, goede huisvesting en ontplooiingsmogelijkheden worden ervaren als welvaartscomponenten. Als één van de eerste overheden in Nederland heeft de provincie Noord-Holland een instrument ontwikkeld om deze ‘brede welvaart’-aspecten te meten en om er haar beleid aan te toetsen. Dit wordt gedaan met de Barometer Welvaart & Welzijn .
Onze rol
In het Strategisch Beleidskader Economie kiest de provincie ervoor om zoveel mogelijk uit te gaan van onze verbindende rol als middenbestuur en vanuit die rol te werken aan de optimale condities waarbinnen de economie zich duurzaam kan ontplooien. Dit sluit ook het beste aan bij hoe het IPO de rol van provincies ziet voor de regionale economie (Kompas 2020) en onze rol voor andere kerntaken (zoals voor ruimtelijke ordening, bereikbaarheid, natuur, water en milieu). Daarom focust het economisch beleid zich op het versterken van het vestigingsklimaat als een belangrijke conditie voor economische activiteiten. Een goed vestigingsklimaat is een cruciale randvoorwaarde voor de economie en de aantrekkelijkheid van de regio voor bedrijven.
Samenwerkingspartners
De partners waarmee de provincie samenwerkt worden in de toelichting bij de operationele doelen genoemd.
Prioriteiten
Binnen het brede begrip van ‘vestigingsklimaat’ is gekozen voor een focus op de volgende vestigingsplaatsfactoren:
- Een aantrekkelijk en duurzaam ruimtelijk vestigingsklimaat (6.3.1)
Dit gaat over de beschikbaarheid van ruimte voor economische activiteiten, over bedrijventerreinen, kantoorlocaties, havens, Schiphol, detailhandel, digitale infrastructuur, internationalisering en ruimte voor toerisme. De beschikbaarheid van ruimte voor economische activiteiten is een absolute basisvoorwaarde voor een gezonde economie. - Een sterk innovatief klimaat (6.3.2)
Deze vestigingsplaatsfactor focust op het innovatief vermogen van het bedrijfsleven en de inzet van kennis, onderzoek en technologie om innovaties te verzilveren in nieuwe producten en nieuwe markten. De ontwikkeling en toepassing van kennis en innovatie is één van de belangrijkste concurrentiefactoren van de economie. - Een veerkrachtige arbeidsmarkt (6.3.3)
Hieronder wordt het aanbod van arbeid, de match tussen onderwijs en arbeidsmarkt, de inzetbaarheid van het menselijk kapitaal en de inclusieve arbeidsmarkt gedefinieerd. De factor arbeid behoort tot de klassieke productiefactoren en is een belangrijke randvoorwaarde voor de ontwikkeling van de economie. - Een sterke een duurzame agrosector (6.3.4 en 6.3.5)
De agrosector is duidelijk zichtbaar en beleefbaar in het Noord-Hollandse landschap én vertegenwoordigt een aanzienlijk economisch belang, vooral op gebied van export, innovatie en ketensamenwerking. Op het gebied van duurzaamheid en innovatie om te komen tot de gewenste transitie van de agrifoodketen, waaronder kringlooplandbouw, liggen er vele opgaven dan wel kansen. Met de opgave Vitaal Platteland waaronder de Voedselvisie wordt bijgedragen aan behoud en versterking van de bodemvruchtbaarheid en -structuur, (agro)biodiversiteit, waterkwaliteit en –kwantiteit.
Omgevingsfactoren:
- De coronapandemie heeft een grote impact op onze economie: de economie zal in 2020 krimpen, faillissementen zullen toenemen en de werkloosheid zal oplopen.
- Noord-Holland zal naar verwachting relatief harder worden geraakt dan gemiddeld in Nederland. Dit vanwege de specifieke sectorstructuur van Noord-Holland (we hebben een hoger aandeel in sectoren die vooral getroffen zijn door de crisis). Ook heeft Noord-Holland een hoger aandeel in zelfstandigen, zzp’ers, eenmanszaken en freelancers. Deze groep heeft extra last van de coronacrisis door vraaguitval.
- Deze situatie kan impact hebben op de begrote doelen voor het economisch beleid, zoals gemeenten die het opknappen van bedrijventerreinen uitstellen of bedrijven die geen prioriteit meer geven aan investeringen, innovatieprojecten of het aantrekken van werknemers.