Toelichting
De provincie verbetert de bestaande infrastructuur en ontwikkelt waar nodig nieuwe infrastructuur om de leefbaarheid, doorstroming en verkeersveiligheid te verbeteren. Verstedelijking, klimaatverandering, de versnippering van natuurgebieden en de stikstofproblematiek maakt onderzoek hiernaar wenselijk. We nemen daarbij zoveel als mogelijk alternatieven mee, , zoals netwerkmanagement, slimme infrastructuur en oplossingen voor de fiets. Onderzoeken naar infrastructuurprojecten vinden hun basis in de iNHi of volgen uit regionale verstedelijkingsstrategieën of gebiedsgerichte netwerkvisies en bereikbaarheidsprogramma’s zoals SBAB. Deze onderzoeken worden als studieproject opgenomen in het iMPI. Verkeersveilig gebruik van onze wegen is en blijft hierbij een belangrijke randvoorwaarde. Naast verduurzaming van de mobiliteit, maakt verduurzaming van onze infrastructuur ook onderdeel uit van de infrastructuur opgaven in het iMPI.
De provincie doet in de studiefase van een project onderzoek naar de problematiek, en werkt mogelijke oplossingen uit. Naast locatie- of trajectstudies, worden opgaven steeds vaker gebiedsgericht aangepakt met onze partners. Het gaat in 2021 in het bijzonder om de verbinding A8-A9, de onderdoorgang Broek in Waterland en studies naar (H)OV en fietsinfrastructuur. Daarnaast kijkt de provincie naar de gevolgen van verstedelijkingsstrategieën op de ontwikkeling van onze infrastructuur. Voor een aantal specifieke studieprojecten is in de begroting apart budget opgenomen. Overige (netwerk)studies en onderzoeken ten behoeve van de provinciale infrastructuur worden gedekt uit het Studiekosten budget. Kleine verbeteringen aan onze infrastructuur, vooral op het gebied van verkeersveiligheid, kunnen direct worden gerealiseerd vanuit de post kleine wegwerkzaamheden.
We activeren de uitgaven voor de projecten in de realisatiefase en schrijven ze af conform de afschrijvingstermijnen per kapitaalgoed, zoals opgenomen in de financiële verordening. Voor de meeste kapitaalgoederen hanteren we een afschrijvingstermijn van 50 jaar. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten (afschrijving) ramen we in de begroting vanaf het jaar volgend op het jaar van in gebruik name met een duur van 50 jaar. Voor de lopende en reeds afgesloten projecten zijn deze kapitaallasten in de Begroting 2021 (en meerjarenraming) verwerkt.
Voor de dekking kapitaallasten van de, nog door PS vast te stellen, toekomstige te realiseren projecten (geprogrammeerd in de studie- en planfase) is vanaf 2022 een stelpost in de begroting opgenomen. Qua omvang is deze stelpost voldoende om de kapitaallasten te dekken van de projecten die in de aankomende jaren in uitvoering worden genomen. Om in de verdere toekomst het totaal aan ambities binnen de studieprojecten te kunnen realiseren, aan we aan in 2021 in de slag met het ontwikkelen van een voorstel. Daarvoor zal in het kader van de doorontwikkeling van het iMPI zowel onderzoek plaatsvinden naar een strategie om de kosten van de provinciale infrastructuur (aanleg, beheer, onderhoud en vervanging) op de lange termijn te dekken, als mede naar het in kaart brengen en prioriteren van de opgaven in de provinciale infrastructuurnetwerken.
De hogere uitgaven aan studiekosten in 2021 en 2022 worden veroorzaakt door de verwerking van het coalitie akkoord in de begroting: onderdoorgang Broek in Waterland (€ 0,5 miljoen), bereikbaarheid Den Helder (€ 1 miljoen) en bereikbaarheid Gooi en Vechtstreek (2 miljoen). De verwerking van het coalitie akkoord veroorzaakt tot en met 2023 fluctuaties in de stortingen in de reserve.
Operationeel doel 4.2.1 Studies voor verbetering en aanleg infrastructuur uitvoeren | |||||||
Indicator | Meeteenheid | Gerealiseerd | Streefwaardes | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
Voortgang studies en projecten (aantal faseafrondingen) | Aantal | 0 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 |
Afronding projecten (aantal gerealiseerd) | Aantal | 4 | 10 | 9 | 13 | 5 | 8 |
Investeringen
In onderstaande tabel is de meerjarenraming van de nieuwe investeringsprojecten opgenomen op basis van het jaar van oplevering van een project. De uitvoeringskosten van de studieprojecten zijn indicatieve bedragen. De kosten van de projecten in de planfase zijn nog niet zeker, omdat deze projecten nog in voorbereiding zijn, maar zullen waarschijnlijk tot uitgaven leiden in de aangegeven jaren. Voor de projecten in de realisatiefase zijn al kredieten beschikbaar en deze uitgaven zullen zeker worden gedaan.
Verwachte investeringen nieuwe infrastructuur ( x € 1.000)
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Indicatie netto* investeringen studiefase | 300 | 12.900 | 23.210 | 23.440 |
Geschatte netto investeringen planfase | 7.950 | 13.350 | 13.200 | 4.660 |
Geraamde netto investeringen realisatiefase | 43.890 | 79.880 | 46.390 | 10.130 |
Totaal netto investeringen nieuwe infrastructuur | 52.140 | 106.130 | 82.800 | 38.230 |
* Dit zijn de investeringsbedragen die (via de kapitaallasten) ten laste van de provincie Noord-Holland komen en de bedragen in bovenstaande tabel zijn dus exclusief de bijdragen van derden.