Beheren van de groenstructuur

Agrarische ondernemers zijn in beginsel zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van schade door dieren aan hun gewassen, door hen te verjagen of bestrijden. Soms worden zij hier echter in beperkt, bijvoorbeeld omdat de overheid sommige diersoorten beschermt. In die gevallen is de provincie op grond van de Wet natuurbescherming verantwoordelijk voor het uitkeren van een redelijke tegemoetkoming, die proportioneel is aan de opgelegde beperkingen. Het interprovinciale samenwerkingsverband BIJ12 taxeert de schade en keert tegemoetkomingen uit.
Voor schade aan gewassen die wordt veroorzaakt door ganzen hanteerde de provincie tot en met 2020 een uitzondering op dit wettelijke uitgangspunt. Er werd een tegemoetkoming in vrijwel alle getaxeerde schade uitgekeerd, ook wanneer er op de desbetreffende percelen geen beperkingen voor beheer golden. In 2020 heeft de provincie besloten meer te willen aansluiten bij het hiervoor genoemde wettelijk uitgangspunt. Daarom is besloten om per 1 maart 2021 het eigen risico voor agrarische ondernemers bij schade door ganzen te verhogen van 5 procent naar 20 procent, uitgezonderd gronden waar beperkingen gelden in het verjagen van ganzen. Deze maatregel sluit aan bij een advies van de Maatschappelijke Adviesraad Faunaschade (MARF), die bestaat uit vertegenwoordigers namens de landbouw, jacht, natuur, wetenschap en dierenwelzijn. De verwachting is dat de omvang van de tegemoetkomingen, die de laatste jaren is gestegen van € 1,5 miljoen in 2007 naar € 6,6 miljoen in 2019 en die voor een groot deel wordt veroorzaakt door jaarrond verblijvende ganzen, hierdoor zal dalen. Omdat de omvang van de schade die dieren veroorzaken mede afhankelijk is van populatieontwikkelingen, weersomstandigheden en de prijsontwikkeling van agrarische gewassen, is deze lastig vooraf te voorspellen.