Toelichting
In 2021 start de provincie met de (voorbereiding en de) uitvoering van de maatregelen van het Regionaal Mobiliteitsprogramma (RMP) Noord-Holland en Flevoland. dat najaar 2020 wordt vastgesteld. Hierin worden aanvullende maatregelen opgesteld die de CO 2 -uitstoot van mobiliteit terug kunnen dringen, zodat ook de CO 2 -emissieverhogende activiteiten gecompenseerd kunnen worden. We nemen het onderzoek naar het goederenvervoer over water hierin mee.
In 2021 stelt de provincie samen met de drie regio’s Regionale Uitvoeringsprogramma’s Verkeersveiligheid op. Hiermee geeft de provincie invulling aan de afspraken met het Rijk zoals benoemd in het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030. Hierin staan maatregelen opgenomen gerelateerd aan infrastructuur, gedrag en handhaving. In het BO MIRT 2021 nemen partijen een besluit over welke verkeersveiligheidsprojecten in aanmerking komen voor de rijkssubsidie SPV2030.
De provincie gaat met de regio’s in gesprek over de invulling van de gereserveerde budgetten vanuit het coalitieakkoord die voor regionale bereikbaarheid zijn gereserveerd. De nadruk ligt hierbij op de prioriteiten uit het coalitieakkoord. In 2021 start de provincie met de (voorbereiding van de) regionale investering in Zuid-Kennemerland, Gooi en Vechtstreek en Bereikbaarheid Den Helder. Samen met de regio’s stellen we Strategische agenda’s op om de opgaven per regio helder te krijgen en passende maatregelen vast te stellen, passend bij de doelstellingen van de omgevingsvisie.
In 2021 start de provincie met de uitvoering van projecten uit de programma’s OV-knooppunten en Ketenaanpak.
Voor 2021 is € 3,5 miljoen beschikbaar voor fietssubsidies en actieve mobiliteit. Voor de regionale aanpak zet de provincie een subsidieregeling op voor gemeenten. Dit gebeurt, in nauwe samenhang met de subsidieregelingen voor verkeersveiligheid en recreatieve verbindingen. Ook start de provincie diverse studies voor de provinciale infrastructuur, worden diverse studies gestart in samenwerking met de regio’s. Op diverse trajecten combineren we dit met onderhoudswerkzaamheden.
Tot en met 2022 zijn de uitgaven hoger dan in de daaropvolgende jaren. Dat komt door de uitkering van incidentele subsidies voor de Zuid-As Terminal (jaarlijks €28-€29 miljoen tot en met 2022), fietssubsidies (€ 9 miljoen) en OV SAAL (afkorting voor Openbaar Vervoer Schiphol Amsterdam Almere Lelystad; € 4,5 miljoen). Vanaf 2023 vervallen deze incidentele subsidies en resteren voornamelijk de subsidie uitgaven voor kleine infrastructuur en gedrag beïnvloeding. De verwerking van het coalitie akkoord veroorzaakt tot en met 2023 fluctuaties in de stortingen in de reserve.
Operationeel doel 4.1.2 Mobiliteitsbeleid uitvoeren | |||||||
Indicator | Meeteenheid | Gerealiseerd | Streefwaardes | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
Jaarlijkse subsidievaststelling betrokken regelingen | Aantal | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 |