We onderkennen bij de provincie een aantal ontwikkelingen die zich landelijk en wereldwijd voordoen. Deze zijn nog niet verder te kwantificeren, maar kunnen ook een groot effect hebben op de bedrijfsvoering.
Coronacrisis
Medio maart 2020 is duidelijk geworden dat de effecten van het coronavirus een enorme impact hebben (gehad) op onze maatschappij, economie en samenleving. Over de grootte van de impact bestaat op dit moment nog veel onduidelijkheid. Nieuwe ontwikkelingen volgen elkaar in rap tempo op waardoor het haast onmogelijk is om voorspellingen te kunnen doen.
Ook in de provincie Noord-Holland zullen de incidentele en structurele gevolgen van de maatregelen op het maatschappelijk leven en het economisch stelsel aanzienlijk zijn en kunnen uiteindelijk een substantiële impact hebben op de activiteiten van de provincie. Voor de aanpak van COVID-19 kijken wij wat we, aanvullend op de landelijke maatregelen van het Rijk, kunnen doen. De financiële effecten hiervan laten zich nog niet kwantificeren. Naar verwachting heeft COVID-19 consequenties voor de waardering van onze deelnemingen en leidt het mogelijk nog tot andere bestuurlijke keuzes in de aanwending van de middelen dan werd beoogd in het coalitieakkoord en inzet van interne en externe capaciteit.
We verwachten dat we onze belangrijkste baten (opcenten motorrijtuigenbelasting en provinciefonds) normalerwijs zullen blijven ontvangen.
PFAS
Bij civiele werken moet de grond worden onderzocht op de aanwezigheid van PFAS. In de tweede helft van 2019 is PFAS ook in kleine concentraties een groot knelpunt geworden bij projecten indien grond moet worden aan- of afgevoerd. Op projectniveau bij infrastructurele projecten wordt als beheersmaatregel zoveel mogelijk gewerkt met gesloten grondbalansen. Omdat de regelgeving op dit onderwerp nog niet stabiel is (gewerkt wordt met een tijdelijk handelingskader), blijft dit onderwerp ook in 2021 een risico.
Stikstof (PAS-problematiek)
Sinds de uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 kan het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet meer worden gebruikt voor de onderbouwing van activiteiten die tot stikstofdepositie in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden leiden. Dit raakt heel veel infrastructurele projecten, zowel bij beheer en onderhoud als bij aanleg van nieuwe infra. De landelijke commissie Remkes heeft inmiddels nadere rapporten uitgebracht. In de praktijk worden nieuwe oplossingsrichtingen gezocht en toegepast om te motiveren dat projecten geen effect hebben op Natura 2000. De juridische houdbaarheid daarvan zal zich nog moeten bewijzen in de jurisprudentie. Voor projecten betekent dit een extra afbreukrisico, extra onderzoekslast en proceduretijd en mogelijk extra uitvoeringskosten (bijvoorbeeld het toepassen van emissiebeperkende maatregelen).
